Ik ben vast niet de enige die fases heeft van obsessief naar één nummer luisteren, om er vervolgens ineens helemaal klaar mee te zijn. Voorlopig heb ik nog zo’n fase met het nummer No Longer Slaves van de CD We will not be shaken van Bethel Music. Ooh, wat een nummer! Het stroomt direct mijn ziel binnen en blijft daar de hele dag hangen. De tekst raakt me ergens heel diep, omdat het de diepste betekenis van het Evangelie weergeeft en van mijn relatie met God. Ik ben niet langer een slaaf van angst, ik ben een kind van God! Een waarheid om te blijven zingen, geloven en uitleven! In alle aspecten van het leven. Hieronder vind je een link naar YouTube:
Faith – Feminism – Fashion. Een combinatie van woorden die mijn hart sneller doet kloppen. Ik was verkocht zodra ik de cover van het nieuwe tijdschrift MAGNIFY langs zag komen op Facebook. Heel wat weken later – met dank aan de kerstdrukte en de postbezorger – en acht welbestede euro’s lichter sla ik vandaag de eerste editie van MAGNIFY open… En besluit na even bladeren dat hij voorlopig niet meer dicht gaat.
In het voorwoord beschrijft hoofdredactrice Ruth Yimika Awogbade haar hoop voor MAGNIFY Magazine: dat het een intrigerend en verrassend blad zal zijn om keer op keer te lezen. Ik ben nog niet verder gekomen dan pagina 27 (van de 134, blij vooruitzicht dat mij streelt!), maar ben nu al van mening dat de makers van MAGNIFY daar vierkant in geslaagd zijn. Intrigerend: check. Verrassend: check. Inspirerend: dubbel check! Met quotes die je meteen in je lange termijngeheugen op wilt slaan, een interview met een blogster die de balans zoekt tussen materialisme en Christen -zijn in haar werk en een artikel dat zich toespitst op de scheidslijn van wetenschap en geloof – genade, ben ik geïntrigeerd en verrast door de combinatie van krachtige geloofsuitspraken, krachtige vrouwen en de link met fashion. Ik kan niet wachten op de rest van de 134 pagina’s. En jep: als ik die gelezen heb, zal ik ze zeker te weten nóg een keer lezen. Missie geslaagd, MAGNIFY! Je kunt MAGNIFY bestellen op www.hellomagnify.com, een website die op zichzelf overigens ook al een aanrader is! Laat op de avond, als de gesprekken serieus worden, ben ik al meer dan eens tot de conclusie gekomen dat je relatie met God eigenlijk - vanuit jezelf gezien - niets anders is dan een liefdesrelatie met je partner. (Ik houd niet zo van het woord partner, maar het is lekker algemeen en laat in het midden of het om een man of vrouw gaat en om een verkeringsrelatie of een huwelijksrelatie of alles wat daartussenin zit.) We hebben het er met vrienden weleens over hoe enthousiast we als tieners waren in onze relatie met God. We wilden zoveel mogelijk tijd aan Hem besteden, we renden van het ene evenement naar het andere, we creëerden zelf gelegenheden om Hem te aanbidden door muziek - we waren verliefd. Ik denk dat je als Christen vrijwel zeker een keer op een punt in je leven belandt waarop je je afvraagt waar die verliefdheid is gebleven. Ik denk ook dat dat een punt is waarop veel Christenen gaan twijfelen of ze wel echt in God geloven, of ze wel genoeg van Hem houden, of ze wel enthousiast genoeg zijn. Is het niet daarom dat veel Christelijke liedjes gaan over ‘de eerste liefde’ en het terugvinden daarvan? Dat gevoel dat je had toen je je voor het eerst realiseerde dat Jezus ook voor jou al die dingen heeft gedaan, dat gevoel dat je had als je tijdens een aanbiddingsdienst aan het zingen was, moet je dat niet altijd blijven houden als Christen? Ik denk dat we hier bij een vraag zijn uitgekomen die heel belangrijk is, zeker in het licht van wat de media ons allemaal voorhouden. Het lijkt wel of alles tegenwoordig om gevoelens gaat. Als die gevoelens langzaam wegebben, gaan we ons afvragen of er iets mis is. Ik heb talloze vragen gelezen op refoweb.nl (een website waarop refojongeren onder meer hun vragen kunnen stellen aan deskundigen) van jongeren die na een periode van enthousiasme en liefde voor God zich ineens afvragen of dit wel echt was. Waren hun gevoelens wel oprecht als ze er nu niet meer zijn? Ook in relaties vragen veel mensen zich dit af – genoeg voorbeelden van te vinden op internet. Als je verliefde gevoelens voor je partner (weer dat woord) minder intens zijn geworden, is er dan iets mis? Houd je dan wel genoeg van je partner? Is de relatie dan wel goed? Ik heb goed nieuws: het draait niet allemaal om gevoelens. Althans niet om die heftige, verliefde, idyllische gevoelens. Iedereen die ik erover gesproken heb, beaamt dat die langzaam wegebben. In een menselijke relatie worden je gevoelens minder heftig, maar wel dieper en realistischer. Je leert de ander kennen en komt (als alles goed gaat) op een punt dat je een evenwicht hebt gevonden tussen het normale leven en de bijzondere momenten die er af en toe zijn. Maar eigenlijk wil ik het over je relatie met God hebben. Daarin worden je gevoelens namelijk ook minder bijzonder. Ook daarin kom je op een punt waarop je evenwicht moet vinden tussen liefde als gevoel en liefde als werkwoord. Ik moet zeggen dat ik blij ben dat het niet allemaal om gevoel gaat. Als dat wel zo was, zou ik minstens de helft van de tijd geen liefde voor God hebben en zou mijn relatie met Hem niks voorstellen. Maar gelukkig zijn er een heleboel dingen die ik, met of zonder gevoel erbij, mag WETEN over God. Over wie Hij is, over wat Hij doet, over hóe Hij is. Hetzelfde als met je partner, eigenlijk. Als je die wel eens achter het behang wilt plakken, betekent dat gelukkig niet het einde van je relatie. Je kent diegene en je weet dat hij/zij meer is dan alleen irritant. Gelukkig mag ik ook weten wie God is, onafhankelijk van mijn gevoelens voor Hem op een bepaald moment in mijn leven. We zijn mensen. God weet dat en Hij kent ons. Hij weet hoe wij in elkaar zitten. Hij gebruikt onze enthousiaste gevoelens als we net tot geloof komen, maar Hij gebruikt net zo goed de periodes dat we ons afvragen of we ooit wel echt in Hem geloofd hebben. En het mooie is dat God, in tegenstelling tot een mens, niet veranderlijk is. Hij blijft dezelfde. What you see is what you get. Dat is iets om je aan vast te houden als je gevoel je in de steek laat! Nee, deze blog gaat niet over zelfbeeld. En ook niet over make-up. Het gaat over twee jongeren die mij met mijn neus op de feiten drukten. In de trein. Het overkomt me namelijk weleens dat ik onbedoeld nieuwsgierig mee zit te luisteren naar een gesprek van coupégenoten. Zo ook deze keer.
Het woord 'christen' viel achter mij en mijn oren waren meteen gespitst. Eerst ging het gesprek vooral over school en leraren, maar een door mij onopgemerkte wending in het gesprek had ervoor gezorgd dat het nu over christenen ging. Het meisje vertrouwde aan de jongen toe dat ze expres haar haren 'zo' had geverfd om haar vader dwars te zitten. Haar vader bleek christelijk te zijn. Ik begon inmiddels nieuwsgierig te worden naar haar haarkleur. De jongen bevestigde dat het voor christenen inderdaad taboe is om je haar in een rare kleur te verven. Of om harde muziek te luisteren, want: 'dat is voor hun echt iets van het kwaad of zo'. Hij vertelde dat hij zelf christelijk is, of eigenlijk was. Hij deed er niet zoveel meer mee, maar hij ging af en toe wel naar een christelijke samenkomst. Daarop ging het gesprek weer terug naar harde muziek en bedacht de jongen dat het wel grappig zou zijn om die christenen eens lekker te choqueren en harde muziek op te zetten in hun bijzijn. 'Dan worden ze echt helemaal gek, daar kunnen ze echt niet tegen.' Terwijl hij nog een paar keer herhaalde dat christenen 'echt helemaal gek' worden als je harde muziek opzet, zat ik me te schamen. Hun gesprek ging verder over andere dingen en toen ze een station voor mij uitstapten, zag ik dat het meisje knalroze haar had. Ik schaamde me, omdat ik niet even een goede (christelijke) muziektip aan het meisje had gegeven. Maar ja, wat zeg je dan? 'Hé, ik zit hier even jullie gesprek af te luisteren en ehh...' Ik schaamde me ook omdat ik een christen ben. Omdat ik ongetwijfeld heb meegewerkt aan de totstandkoming van dit verschrikkelijk bekrompen beeld dat mensen van christenen hebben. Is dit wat wij als christenen aan mensen laten zien over een leven met God? Is dit wat wij als christenen uitstralen? Dat we bang zijn van een haarkleur? Van een muziekstijl? Bedankt, meisje met het roze haar en je gespreksgenoot. Bedankt dat jullie me deze spiegel hebben voorgehouden. Als de woorden ‘seks’ en ‘huwelijk’ in één zin worden genoemd, denk je al snel aan de kerk. Ik in ieder geval wel. Toch zijn mijn denkbeelden over seks niet ontstaan in of door de kerk. Ik denk wel de kerk er bij mij voor heeft gezorgd dat er een proces in gang werd gezet van nadenken over seks. In de kerk heb ik namelijk meegekregen dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is om ‘zomaar’ seks te hebben. Dit heeft me aan het denken gezet. Wanneer heb je dan wel seks? Met wie heb je seks? Wat doet seks met je? Hoe heeft God seks bedoeld? Dit wordt geen blog waarin ik je ervan probeer te overtuigen om geen seks voor het huwelijk te hebben. Ik wil hier gewoon heel eerlijk opschrijven hoe ik zelf tot de keuze ben gekomen om te wachten met seks tot ik getrouwd was. Oh, en sorry voor de ongenuanceerde titel :-).
Ten eerste, en hier hoefde ik niet heel lang over na te denken: seks is heel kwetsbaar. Het idee dat iemand je naakt ziet, dat iemand weet wat er onder je kleren zit en weet hoe jij reageert op aanrakingen, is wat mij betreft enigszins intimiderend. Ik zou niet graag willen dat ik de man die deze dingen van mij wist niet zou kunnen vertrouwen. Of erger nog: dat ik die man amper kende en niet zou weten wat hij met deze informatie zou doen. Als iemand zulke intieme dingen van mij te weten komt, is dat iemand die ik vertrouw. Daarmee kom ik bij het tweede punt, want wanneer kun je iemand vertrouwen? Ik heb voor mezelf besloten dat iemand vertrouwen samenhangt met een langdurige relatie waarin je diegene door en door leert kennen in allerlei situaties. Dat wil niet zeggen dat een langdurige relatie automatisch tot vertrouwen leidt, maar wel dat een langdurige relatie de enige manier is waarop vertrouwen kán ontstaan. Na verloop van tijd weet je of je ook in moeilijke tijden steun kan verwachten van iemand, je weet dat diegene jou ook goed kent en ondanks al jouw tekortkomingen goed voor je is. Dat noem ik vertrouwen. Toch voelde ik me bij dat ‘niveau’ van vertrouwen dat je in een langdurige relatie hebt nog niet helemaal veilig. Er gaan zoveel relaties kapot en wanneer weet je dat je samen op een punt bent gekomen dat je elkaar echt kunt vertrouwen? Ik vind dat daar een belofte bij hoort, een zekerheid die je allebei van harte ondersteunt. Dus daar komt het huwelijk om de hoek kijken. Het mooie van het huwelijk vind ik dat het een verbond is, een verbintenis. Je belooft elkaar niet alleen trouw te zijn op dit moment, maar voor je hele leven. In alle omstandigheden die gaan komen. Daarvoor moet je elkaar echt vertrouwen! Ook vertrouw je elkaar in je overtuigingen over het huwelijk: het is voor heel je leven en dat vinden jullie allebei. Als het goed is, is het huwelijk één groot feest van vertrouwen. Klinkt dat even mooi? :-) Ik weet wel dat veel huwelijken tegenwoordig ook kapot gaan, maar het is voor mij de enige relatievorm die zekerheid biedt in de vorm van een verbond. Misschien komt hier stiekem toch de kerk om de hoek kijken, want een verbond sluit je niet alleen met elkaar, maar ook met God en in het bijzijn van je geloofsgenoten. Ik weet dat God degene is die het huwelijk heeft bedacht en die het ook beschermt. Als we allebei dichtbij Hem blijven leven, is Hij degene die ons aan elkaar bindt en die herstel en groei geeft als dat nodig is. Vertrouwen en zekerheid dus. Maar er was nog iets heel praktisch waarom ik geen seks wilde hebben voor het huwelijk: zwangerschap. Het is heel simpel: als je seks hebt, kun je zwanger raken, 1+1=2 (of eigenlijk 3 in dit geval ;-)). Je hebt allerlei fancy anticonceptiemiddelen tegenwoordig, maar uiteindelijk kan het altijd een keer ‘mis’ gaan. Ik vind dan ook, dat je in principe klaar moet zijn om kinderen te krijgen als je seks hebt. Als je seks hebt, terwijl je absoluut niet in staat bent om een kind groot te brengen, vind ik dat niet verantwoordelijk tegenover jezelf en tegenover het eventuele kind. Ik zeg niet dat je zodra je getrouwd bent aan kinderen moet beginnen. Trouwen is een grote verandering in je leven en je mag best even de tijd nemen om samen in balans te komen voordat je aan kinderen begint te denken. Maar als het goed is, is je relatie als je gaat trouwen dusdanig stabiel, dat je samen liefdevol een kind op zou kunnen voeden. Dit is weer zo’n geval waarin je de zaken niet om moet draaien. Klaar voor kinderen zijn (en dus seks hebben) is getrouwd zijn, wat mij betreft, maar getrouwd zijn betekent niet perse dat je klaar bent voor kinderen. Er kunnen allerlei omstandigheden zijn waarin het beter is om geen kinderen te krijgen en daar oordeel ik absoluut niet over. Maar ik vind dus wel dat je pas klaar bent voor kinderen als je getrouwd bent. En dat heeft weer alles te maken met dat vertrouwen en die zekerheid, want kinderen kunnen volgens mij weleens aandeel hebben in de ‘slechte tijden’ die in je huwelijksformulier worden genoemd ;-). En last but not least: seks bindt je aan elkaar. Het is niet alleen iets lichamelijks, maar ook geestelijk gebeurt er iets. De eerste ‘ruzie’ (die eigenlijk nergens over ging) die mijn man en ik hadden op onze huwelijksreis was gelijk een reden voor mij om in tranen te zijn. Op de één of andere manier vond ik het veel erger om onenigheid te hebben met hem nadat we seks hadden gehad (sorry voor het teveel aan informatie, mocht je je eraan storen) dan daarvoor. De eenheid die je voelt wordt groter en het wordt pijnlijker als die eenheid (even) verstoord wordt. Althans, zo ervaar ik het. Het lijkt me daarom ook enorm pijnlijk als een relatie uitgaat waarin je seks met elkaar hebt gehad! Dit is natuurlijk achteraf bezien en dit wist ik niet voordat ik getrouwd was, maar het maakt me wel dankbaar dat we gewacht hebben met seks tot we getrouwd waren! Naar aanleiding van een discussie die ik onlangs had, ben ik na gaan denken over de muziek waar ik naar luister. Door de jaren heen is mijn muziekstijl meerdere malen veranderd, soms drastisch en soms geleidelijk. Ik ging in mijn tienertijd van superblije teenpop (Jump 5) naar wat stevigere muziek (BarlowGirl, Krystal Meyers) en toen ik mijn (nu) man ontmoette was er helemaal geen houden meer aan. Die had en heeft namelijk een muziekcollectie waar je u tegen zegt. Waar ik ooit nog het stadion uitvluchtte toen TobyMac op de EO-jongerendag optrad, kan ik nu echt genieten van snoeiharde muziek. Toch is er één ding hetzelfde gebleven in mijn muziekkeuze, en dat is dat de artiest naar wie ik luister een relatie met God moet hebben.
De discussie die ik onlangs had, ging over Family Force 5, een christelijke band met een nogal uitgesproken muziekstijl. Denk: hard, harder, elektrisch, techno, ‘fun’ en met behoorlijk onconventionele teksten. Dat dit in ‘het Christelijke wereldje’ niet altijd op prijs wordt gesteld, heeft de band zelf al vaak ondervonden. Talloze keren hebben de bandleden de vraag moeten beantwoorden of hun muziek wel ‘Christelijk’ genoeg is. Hoe zij hun standpunten verwoorden, heeft mij enorm geïnspireerd. Hieronder lees je een gedeelte van een interview met de gitarist Derek Mount (vertaald) over integriteit, eigenwaarde en serieus zijn: “Ik denk dat wij geroepen zijn om integer te zijn en om de één of andere reden is dat heel lastig in deze wereld. Er is veel druk om iemand anders te zijn of aan bepaalde verwachtingen te voldoen of bij een bepaalde groep te horen. Ik vind dat eigenlijk belachelijk. Het is ontzettend belangrijk om eerlijk en integer te zijn en ik denk dat dat een legitieme vorm van aanbidding is: gemaakt zijn om iets te zijn en dat ook echt te zijn, in plaats van je aan te passen aan wat andere mensen van je verwachten.” “Als je je identiteit en eigenwaarde op je geloof in Jezus baseert, geeft dat vrijheid. In Galaten 3:28 staat dat in het geloof in Christus geen onderscheid is tussen slaven, vrijen, man, vrouw, Jood of Griek. Het is waar dat we zijn wie we zijn in Gods ogen. Daardoor vallen al die grenzen en classificaties weg, waarvan we denken dat ze ons slimmer of beter maken.” Als de interviewer vraagt of lol hebben belangrijk is voor de band, antwoordt Derek: “We get serious about having fun!” Daarop doorgaand: “Dat is een groot deel van onze roeping. We zijn allemaal opgegroeid in een cultuur in het Zuiden van Amerika waarin geleerd werd dat de kerk heel stoïsch en koud moest zijn. Dat is het tegenovergestelde van waar wij in geloven: we willen dat het leuk is. Onze ervaring met Jezus is levengevend en erg vreugdevol. De muziek van Family Force 5 is niet al te diep doordacht; het is gewoon grappige feestmuziek en we hopen dat mensen die ernaar luisteren eruit kunnen halen wat ze nodig hebben.” Ik vind het mooi hoe Derek zegt dat jezelf zijn en datgene zijn waartoe je bent geroepen een vorm van aanbidding is. Daarbij mag je uniek en integer zijn. Je hoeft niet aan allerlei verwachtingen van anderen te voldoen. Ook Jon Foreman, de zanger van de band Switchfoot, heeft een keer een soortgelijke vraag moeten beantwoorden over het al dan niet christelijk zijn van zijn liedjes. Een deel van zijn antwoord (vertaald): “Om eerlijk te zijn doet deze vraag mij verdriet omdat het een veel groter probleem weerspiegelt dan een paar Switchfoot-liedjes. Noemen Lewis of Tolkien Christus in hun fictieve boeken? Zijn Bach’s muziekstukken Christelijk? Wat is meer ‘Christelijk’: de armen verzorgen, meubels maken, WC’s schoonmaken of een schilderij maken? De overtuiging dat een dominee meer ‘Christelijk’ is dan een volleybalcoach is verkeerd en heidens. De overtuiging dat een aanbiddingsleider meer spiritueel is dan een gevangenbewaarder is neerbuigend en verkeerd. Deze verschillende roepingen en doelen laten juist Gods soevereiniteit zien. Veel liederen zijn het waard om geschreven te worden. Sommigen gaan over verlossing, anderen over de zonsopgang, sommigen gaan niet perse ergens over en zijn gewoon geschreven om de vreugde die in muziek ligt. Geen enkel lied is wedergeboren en wat dat betreft bestaat er niet zoiets als ‘Christelijke muziek’. Jezus kwam niet om te sterven voor mijn liederen, maar voor mij. Mijn liederen zijn een deel van mijn leven. Maar als ik de Bijbel lees kan ik alleen maar concluderen dat God veel meer geïnteresseerd is in hoe ik de armen, gewonden en hongerigen behandel dan in welke woorden ik gebruik als ik zing. Ik ben een gelovige. Veel van mijn liederen gaan over dat geloof. Een verplichting om dit te zeggen of dat te doen klinkt niet als de vrijheid die Christus mij heeft gegeven door voor mij te sterven. Ik heb echter wel een plicht, een schuld die niet afgelost kan worden door mijn tekstkeuzes. Mijn leven zal geoordeeld worden naar mijn gehoorzaamheid aan God, niet naar mijn vaardigheid om mijn teksten aan te passen aan een bepaald kader. We hebben allemaal een andere roeping en Switchfoot probeert gehoorzaam te zijn aan zijn eigen roeping. We proberen niet U2 te zijn of Bach: we proberen Switchfoot te zijn. Een lied met daarin de woorden ‘Jezus Christus’ is niet meer Christelijk dan een instrumenteel muziekstuk.”. Aan het einde van het interview zegt Foreman: “Wees alsjeblieft voorzichtig met het oordelen van medechristenen die een andere roeping hebben”. Wat beide artiesten zeggen, weerspiegelt precies hoe ik over ‘Christelijke muziek’ denk. Het gaat erom dat de artiest een levende relatie met God heeft en aan God en zijn roeping gehoorzaam wil zijn. Het is bekrompen en oneerlijk om christelijke artiesten te beoordelen op de teksten die ze zingen of de muziekstijl die ze hebben. Dan kunnen we iedere Christen wel gaan veroordelen, want de woorden die ik op mijn werk spreek, zijn ook lang niet altijd ‘Christelijk’. Het gaat eerder over de alledaagse dingen, het leven en de mensen om me heen. Laat staan dat het werk dat ik doe ‘Christelijk’ is. Wat ik wel weet, is dat ik mijn best doe om gehoorzaam te zijn aan God, om mijn werk zo goed mogelijk te doen, om Zijn liefde te weerspiegelen en iets te laten zien van de vrijheid die ik heb door Jezus. En zolang ik weet dat de artiesten naar wie ik luister diezelfde instelling hebben, kan ik heel erg genieten van rustige aanbiddingsmuziek à la Hillsong of op zijn tijd een snoeihard nummer van Family Force 5. Heerlijk! |
Archives
Mei 2015
Over de auteur
Jannemieke, 25 jaar. Huismus, denker, houdt van licht en kleur, Christen. Categories
Alles
|