Naar aanleiding van een discussie die ik onlangs had, ben ik na gaan denken over de muziek waar ik naar luister. Door de jaren heen is mijn muziekstijl meerdere malen veranderd, soms drastisch en soms geleidelijk. Ik ging in mijn tienertijd van superblije teenpop (Jump 5) naar wat stevigere muziek (BarlowGirl, Krystal Meyers) en toen ik mijn (nu) man ontmoette was er helemaal geen houden meer aan. Die had en heeft namelijk een muziekcollectie waar je u tegen zegt. Waar ik ooit nog het stadion uitvluchtte toen TobyMac op de EO-jongerendag optrad, kan ik nu echt genieten van snoeiharde muziek. Toch is er één ding hetzelfde gebleven in mijn muziekkeuze, en dat is dat de artiest naar wie ik luister een relatie met God moet hebben.
De discussie die ik onlangs had, ging over Family Force 5, een christelijke band met een nogal uitgesproken muziekstijl. Denk: hard, harder, elektrisch, techno, ‘fun’ en met behoorlijk onconventionele teksten. Dat dit in ‘het Christelijke wereldje’ niet altijd op prijs wordt gesteld, heeft de band zelf al vaak ondervonden. Talloze keren hebben de bandleden de vraag moeten beantwoorden of hun muziek wel ‘Christelijk’ genoeg is. Hoe zij hun standpunten verwoorden, heeft mij enorm geïnspireerd. Hieronder lees je een gedeelte van een interview met de gitarist Derek Mount (vertaald) over integriteit, eigenwaarde en serieus zijn:
“Ik denk dat wij geroepen zijn om integer te zijn en om de één of andere reden is dat heel lastig in deze wereld. Er is veel druk om iemand anders te zijn of aan bepaalde verwachtingen te voldoen of bij een bepaalde groep te horen. Ik vind dat eigenlijk belachelijk. Het is ontzettend belangrijk om eerlijk en integer te zijn en ik denk dat dat een legitieme vorm van aanbidding is: gemaakt zijn om iets te zijn en dat ook echt te zijn, in plaats van je aan te passen aan wat andere mensen van je verwachten.”
“Als je je identiteit en eigenwaarde op je geloof in Jezus baseert, geeft dat vrijheid. In Galaten 3:28 staat dat in het geloof in Christus geen onderscheid is tussen slaven, vrijen, man, vrouw, Jood of Griek. Het is waar dat we zijn wie we zijn in Gods ogen. Daardoor vallen al die grenzen en classificaties weg, waarvan we denken dat ze ons slimmer of beter maken.”
Als de interviewer vraagt of lol hebben belangrijk is voor de band, antwoordt Derek: “We get serious about having fun!” Daarop doorgaand: “Dat is een groot deel van onze roeping. We zijn allemaal opgegroeid in een cultuur in het Zuiden van Amerika waarin geleerd werd dat de kerk heel stoïsch en koud moest zijn. Dat is het tegenovergestelde van waar wij in geloven: we willen dat het leuk is. Onze ervaring met Jezus is levengevend en erg vreugdevol. De muziek van Family Force 5 is niet al te diep doordacht; het is gewoon grappige feestmuziek en we hopen dat mensen die ernaar luisteren eruit kunnen halen wat ze nodig hebben.”
Ik vind het mooi hoe Derek zegt dat jezelf zijn en datgene zijn waartoe je bent geroepen een vorm van aanbidding is. Daarbij mag je uniek en integer zijn. Je hoeft niet aan allerlei verwachtingen van anderen te voldoen. Ook Jon Foreman, de zanger van de band Switchfoot, heeft een keer een soortgelijke vraag moeten beantwoorden over het al dan niet christelijk zijn van zijn liedjes. Een deel van zijn antwoord (vertaald):
“Om eerlijk te zijn doet deze vraag mij verdriet omdat het een veel groter probleem weerspiegelt dan een paar Switchfoot-liedjes. Noemen Lewis of Tolkien Christus in hun fictieve boeken? Zijn Bach’s muziekstukken Christelijk? Wat is meer ‘Christelijk’: de armen verzorgen, meubels maken, WC’s schoonmaken of een schilderij maken? De overtuiging dat een dominee meer ‘Christelijk’ is dan een volleybalcoach is verkeerd en heidens. De overtuiging dat een aanbiddingsleider meer spiritueel is dan een gevangenbewaarder is neerbuigend en verkeerd. Deze verschillende roepingen en doelen laten juist Gods soevereiniteit zien. Veel liederen zijn het waard om geschreven te worden. Sommigen gaan over verlossing, anderen over de zonsopgang, sommigen gaan niet perse ergens over en zijn gewoon geschreven om de vreugde die in muziek ligt. Geen enkel lied is wedergeboren en wat dat betreft bestaat er niet zoiets als ‘Christelijke muziek’. Jezus kwam niet om te sterven voor mijn liederen, maar voor mij. Mijn liederen zijn een deel van mijn leven. Maar als ik de Bijbel lees kan ik alleen maar concluderen dat God veel meer geïnteresseerd is in hoe ik de armen, gewonden en hongerigen behandel dan in welke woorden ik gebruik als ik zing.
Ik ben een gelovige. Veel van mijn liederen gaan over dat geloof. Een verplichting om dit te zeggen of dat te doen klinkt niet als de vrijheid die Christus mij heeft gegeven door voor mij te sterven. Ik heb echter wel een plicht, een schuld die niet afgelost kan worden door mijn tekstkeuzes. Mijn leven zal geoordeeld worden naar mijn gehoorzaamheid aan God, niet naar mijn vaardigheid om mijn teksten aan te passen aan een bepaald kader. We hebben allemaal een andere roeping en Switchfoot probeert gehoorzaam te zijn aan zijn eigen roeping. We proberen niet U2 te zijn of Bach: we proberen Switchfoot te zijn. Een lied met daarin de woorden ‘Jezus Christus’ is niet meer Christelijk dan een instrumenteel muziekstuk.”. Aan het einde van het interview zegt Foreman: “Wees alsjeblieft voorzichtig met het oordelen van medechristenen die een andere roeping hebben”.
Wat beide artiesten zeggen, weerspiegelt precies hoe ik over ‘Christelijke muziek’ denk. Het gaat erom dat de artiest een levende relatie met God heeft en aan God en zijn roeping gehoorzaam wil zijn. Het is bekrompen en oneerlijk om christelijke artiesten te beoordelen op de teksten die ze zingen of de muziekstijl die ze hebben. Dan kunnen we iedere Christen wel gaan veroordelen, want de woorden die ik op mijn werk spreek, zijn ook lang niet altijd ‘Christelijk’. Het gaat eerder over de alledaagse dingen, het leven en de mensen om me heen. Laat staan dat het werk dat ik doe ‘Christelijk’ is. Wat ik wel weet, is dat ik mijn best doe om gehoorzaam te zijn aan God, om mijn werk zo goed mogelijk te doen, om Zijn liefde te weerspiegelen en iets te laten zien van de vrijheid die ik heb door Jezus. En zolang ik weet dat de artiesten naar wie ik luister diezelfde instelling hebben, kan ik heel erg genieten van rustige aanbiddingsmuziek à la Hillsong of op zijn tijd een snoeihard nummer van Family Force 5. Heerlijk!
De discussie die ik onlangs had, ging over Family Force 5, een christelijke band met een nogal uitgesproken muziekstijl. Denk: hard, harder, elektrisch, techno, ‘fun’ en met behoorlijk onconventionele teksten. Dat dit in ‘het Christelijke wereldje’ niet altijd op prijs wordt gesteld, heeft de band zelf al vaak ondervonden. Talloze keren hebben de bandleden de vraag moeten beantwoorden of hun muziek wel ‘Christelijk’ genoeg is. Hoe zij hun standpunten verwoorden, heeft mij enorm geïnspireerd. Hieronder lees je een gedeelte van een interview met de gitarist Derek Mount (vertaald) over integriteit, eigenwaarde en serieus zijn:
“Ik denk dat wij geroepen zijn om integer te zijn en om de één of andere reden is dat heel lastig in deze wereld. Er is veel druk om iemand anders te zijn of aan bepaalde verwachtingen te voldoen of bij een bepaalde groep te horen. Ik vind dat eigenlijk belachelijk. Het is ontzettend belangrijk om eerlijk en integer te zijn en ik denk dat dat een legitieme vorm van aanbidding is: gemaakt zijn om iets te zijn en dat ook echt te zijn, in plaats van je aan te passen aan wat andere mensen van je verwachten.”
“Als je je identiteit en eigenwaarde op je geloof in Jezus baseert, geeft dat vrijheid. In Galaten 3:28 staat dat in het geloof in Christus geen onderscheid is tussen slaven, vrijen, man, vrouw, Jood of Griek. Het is waar dat we zijn wie we zijn in Gods ogen. Daardoor vallen al die grenzen en classificaties weg, waarvan we denken dat ze ons slimmer of beter maken.”
Als de interviewer vraagt of lol hebben belangrijk is voor de band, antwoordt Derek: “We get serious about having fun!” Daarop doorgaand: “Dat is een groot deel van onze roeping. We zijn allemaal opgegroeid in een cultuur in het Zuiden van Amerika waarin geleerd werd dat de kerk heel stoïsch en koud moest zijn. Dat is het tegenovergestelde van waar wij in geloven: we willen dat het leuk is. Onze ervaring met Jezus is levengevend en erg vreugdevol. De muziek van Family Force 5 is niet al te diep doordacht; het is gewoon grappige feestmuziek en we hopen dat mensen die ernaar luisteren eruit kunnen halen wat ze nodig hebben.”
Ik vind het mooi hoe Derek zegt dat jezelf zijn en datgene zijn waartoe je bent geroepen een vorm van aanbidding is. Daarbij mag je uniek en integer zijn. Je hoeft niet aan allerlei verwachtingen van anderen te voldoen. Ook Jon Foreman, de zanger van de band Switchfoot, heeft een keer een soortgelijke vraag moeten beantwoorden over het al dan niet christelijk zijn van zijn liedjes. Een deel van zijn antwoord (vertaald):
“Om eerlijk te zijn doet deze vraag mij verdriet omdat het een veel groter probleem weerspiegelt dan een paar Switchfoot-liedjes. Noemen Lewis of Tolkien Christus in hun fictieve boeken? Zijn Bach’s muziekstukken Christelijk? Wat is meer ‘Christelijk’: de armen verzorgen, meubels maken, WC’s schoonmaken of een schilderij maken? De overtuiging dat een dominee meer ‘Christelijk’ is dan een volleybalcoach is verkeerd en heidens. De overtuiging dat een aanbiddingsleider meer spiritueel is dan een gevangenbewaarder is neerbuigend en verkeerd. Deze verschillende roepingen en doelen laten juist Gods soevereiniteit zien. Veel liederen zijn het waard om geschreven te worden. Sommigen gaan over verlossing, anderen over de zonsopgang, sommigen gaan niet perse ergens over en zijn gewoon geschreven om de vreugde die in muziek ligt. Geen enkel lied is wedergeboren en wat dat betreft bestaat er niet zoiets als ‘Christelijke muziek’. Jezus kwam niet om te sterven voor mijn liederen, maar voor mij. Mijn liederen zijn een deel van mijn leven. Maar als ik de Bijbel lees kan ik alleen maar concluderen dat God veel meer geïnteresseerd is in hoe ik de armen, gewonden en hongerigen behandel dan in welke woorden ik gebruik als ik zing.
Ik ben een gelovige. Veel van mijn liederen gaan over dat geloof. Een verplichting om dit te zeggen of dat te doen klinkt niet als de vrijheid die Christus mij heeft gegeven door voor mij te sterven. Ik heb echter wel een plicht, een schuld die niet afgelost kan worden door mijn tekstkeuzes. Mijn leven zal geoordeeld worden naar mijn gehoorzaamheid aan God, niet naar mijn vaardigheid om mijn teksten aan te passen aan een bepaald kader. We hebben allemaal een andere roeping en Switchfoot probeert gehoorzaam te zijn aan zijn eigen roeping. We proberen niet U2 te zijn of Bach: we proberen Switchfoot te zijn. Een lied met daarin de woorden ‘Jezus Christus’ is niet meer Christelijk dan een instrumenteel muziekstuk.”. Aan het einde van het interview zegt Foreman: “Wees alsjeblieft voorzichtig met het oordelen van medechristenen die een andere roeping hebben”.
Wat beide artiesten zeggen, weerspiegelt precies hoe ik over ‘Christelijke muziek’ denk. Het gaat erom dat de artiest een levende relatie met God heeft en aan God en zijn roeping gehoorzaam wil zijn. Het is bekrompen en oneerlijk om christelijke artiesten te beoordelen op de teksten die ze zingen of de muziekstijl die ze hebben. Dan kunnen we iedere Christen wel gaan veroordelen, want de woorden die ik op mijn werk spreek, zijn ook lang niet altijd ‘Christelijk’. Het gaat eerder over de alledaagse dingen, het leven en de mensen om me heen. Laat staan dat het werk dat ik doe ‘Christelijk’ is. Wat ik wel weet, is dat ik mijn best doe om gehoorzaam te zijn aan God, om mijn werk zo goed mogelijk te doen, om Zijn liefde te weerspiegelen en iets te laten zien van de vrijheid die ik heb door Jezus. En zolang ik weet dat de artiesten naar wie ik luister diezelfde instelling hebben, kan ik heel erg genieten van rustige aanbiddingsmuziek à la Hillsong of op zijn tijd een snoeihard nummer van Family Force 5. Heerlijk!